Steeds minder leerplichtzaken voor de rechter

24 September 2020, 18:03 uur
Den Haag & Regio
mainImage

Rechters behandelen steeds minder leerplichtzaken. Kwamen er in 2015 nog 3600 spijbelaars voor de rechter, vorig jaar waren dat er nog maar ruim 2500. In de eerste zes maanden van dit jaar liet dat aantal door de lockdown zelfs terug naar 60.

Dat blijkt uit cijfers van De Rechtspraak die donderdag zijn gepubliceerd.

Kinderen van 5 tot 18 jaar moeten verplicht naar school zolang ze geen diploma mbo-2, havo of vwo hebben gehaald. Spijbelen valt onder het strafrecht. ‘Dat is alleen in Nederland zo’, zegt rechter Susanne Tempel. ‘Aan de ene kant een begrijpelijke keuze, want het mag niet. Als er sprake is van recalcitrant pubergedrag of van ouders die buiten de schoolvakanties op reis willen, is het ook logisch dat dit aan de rechter wordt voorgelegd en er een eventuele straf volgt."

Een enkele keer de gymles overslaan, dat lost de school zelf wel op, zo geeft zij aan. Maar als het verzuim oploopt (tot meer dan 9 uur wegblijven of 12 keer te laat komen), dan wordt niet alleen de leerplichtambtenaar ingeschakeld, maar stelt de kinderbescherming ook een onderzoek in. De leerplichtambtenaar kan spijbelaars naar bureau HALT of de officier van justitie sturen. Helpt dat niet of is het probleem te groot, dan komen ze voor bij de kantonrechter. 

Uit de zaken die zij voor zich krijgt, blijkt volgens Tempel dat er soms forse problemen ten grondslag liggen aan het spijbelen. Kinderen worden gepest, of voelen zich misplaatst op een school voor speciaal onderwijs. Maar het kan ook zijn dat een kind psychische problemen heeft, of dat het kind zijn ouders niet alleen durft te laten. Armoede kan ook een oorzaak zijn van spijbelen, zo weet ze.

Tempel schakelt dan ook vaak hulpverlening in en legt als het kan een voorwaardelijke straf op. "Want wat ik wil bereiken is dat kinderen weer naar school gaan."